AZW vaart nieuwe koers: kennisdeling wordt prioriteit
Onderzoeksprogramma AZW gaat de komende vijf jaar door met een nieuwe opzet. Zo richten ze zich minder op het doen… Meer
Nieuws
De verwetenschappelijking van beleid domineert de politieke besluitvorming in Nederland. Daarmee brokkelt het vertrouwen van grote groepen burgers in de overheid af. Deze zogeheten afgehaakte Nederlanders hebben weldegelijk rationele en legitieme redenen om minder vertrouwen te hebben in het politiek en bestuurlijk systeem. Zo werd betoogd tijdens de vijfde CAOP-webinar ‘Bouwen aan vertrouwen. Wetenschap, wantrouwen en wappies’ op 17 maart.
Onderaan het verslag kun je de webinar volledig terugkijken.
De visie van bijzonder hoogleraren leerstoel Transities in de publieke sector Anchrit Wille en Caspar van den Berg stonden centraal in de webinar die werden verrijkt met de opinies van René Cuperus, auteur van Atlas van Afgehaakt Nederland en verbonden aan het Internationaal Instituut Clingendael, en van Johan Christensen, als universitair docent verbonden aan de Universiteit van Leiden.
De historisch lage opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen is tekenend voor het tanende vertrouwen in overheid en bestuur. Sinds 1998 is de opkomst bij verkiezingen voor het lokaal bestuur nooit boven de 60% geweest. ‘Lokaal bestuur is verder weg dan ooit’, concludeert Wille. Komt het gebrek aan animo om te stemmen door de oorlog in Oekraïne, de coronacrisis of de lange kabinetsformatie? Nee, dit is een structurele trend, die al in de jaren 60 van de vorige eeuw is begonnen. Presentator Marianne van den Anker voegt toe: ‘De lage opkomst is een ongeluk in slow motion.’
‘Verwetenschappelijking van beleid is een van de meest opmerkelijke transities in de publieke sector’
Anchrit Wille, hoogleraar leerstoel Transities in de publieke sector
In reactie op de lage opkomst van de verkiezingen reageert de politiek met de aankondiging de oorzaken nader te onderzoeken, terwijl er al jaren onderzoek naar wordt verricht. ‘Verwetenschappelijking van beleid is een van de meest opmerkelijke transities in de publieke sector’, betoogt Wille in haar pitch. Volgens de hoogleraar past dat bij een bredere ontwikkeling van rationalisering van beleid. Dat hangt samen met de opmars van hogeropgeleiden in de publieke sector, zowel in de ambtelijke circuits als de politieke arena. ‘Dat is niet per se slecht, want we hebben kennis en expertise nodig bij het maken van beleid. Maar het domineert de politieke besluitvorming. En dat is wel een probleem.’
Een groeiende groep Nederlanders voelt zich niet gerespecteerd en gerepresenteerd door de hoogopgeleiden uit de Randstad die het beleid in Nederland bepalen. Cuperus maakt zich grote zorgen om de kloof tussen hoger-, middelbaar en lageropgeleiden en tussen de Randstad en de regio’s. ‘De kernvraag is: kunnen gewone mensen nog meepraten en meebeslissen in onze democratie? Of hebben we te maken met een technocratie, een heerschappij van experts die top-down beleid opleggen vanuit Brussel en de torens in Den Haag? De reactie is populisme, dat een gevaarlijke, antirechtstatelijke beweging is die ook wappies en complotdenkers bevat. Een serieus te nemen alarmreactie op het gevoel niet meer gerespecteerd en gerepresenteerd te worden.’
‘Uiteindelijk moet het beleid mensgerichter zijn, wil je het vertrouwen van mensen in de overheid terugwinnen’
Caspar van den Berg, hoogleraar leerstoel Transities in de publieke sector
Zodra mensen zich in de uitwerking van het beleid niet meer herkennen, zullen ze weglopen van het systeem. Caspar van den Berg is naast hoogleraar ook lid van de Eerste Kamer waarin hij het perspectief van de gevestigden versus de buitenstaander belicht bij de behandeling van wetsvoorstellen. ‘Uiteindelijk moet het beleid mensgerichter zijn, wil je het vertrouwen van mensen in de overheid terugwinnen.’ Aan de andere kant leven we in een heel complexe samenleving, meent Christensen. Los van de noodzaak tot meer participatie, kan modern bestuur niet zonder expertise. ‘Daarom is het belangrijk dat we de relatie tussen expertise en politiek in goede banen leiden.’
Het belang van expertise als input voor beleid is dan ook het centrale thema van het eerste blok van dit webinar. Hoe complexer de samenleving, hoe complexer de kennis die we nodig hebben voor het maken van beleid, stelt Wille, die zich zorgen zegt te maken over een kloof tussen beleidsmakers en wetenschappers. ‘Ik zie een ijzeren ring rondom beleidsmakers van kennismakelaars, onderzoeksinstituten, denktanks, kennisinstituten, adviseurs et cetera.’ Politici hebben volgens de hoogleraar de neiging zich achter kennis te verschuilen, maar de selectie van die kennis is selectief. Daarnaast worden in de belangenafweging de ervaringsdeskundigen weggedrukt. Dat resulteert in besluitvorming die steeds minder herkenbaar wordt voor een grote groep. Op de eerste peiling ‘Het politiek vertrouwen brokkelt af door het stelselmatig wegduiken van politici achter de rug van de wetenschap’ is 91,7% van de kijkers het dan ook eens.
Het idee om wetenschappelijke kennis en rationaliteit in beleid centraal te zetten, kenmerkt vanaf de Tweede Wereldoorlog het beleidsproces. Ook de samenleving is voor een deel verwetenschappelijkt, omdat een steeds groter deel van de bevolking toegang heeft gekregen tot hoger onderwijs. Daarnaast ziet Van den Berg dat sinds de jaren 80 het beleidsproces niet alleen is verwetenschappelijkt, maar ook meer extern is gegaan. ‘Er is sindsdien een focusverschuiving binnen het ambtelijk apparaat van beleidskennis naar managementvaardigheden en een politiek-strategische mindset. Daardoor is kennis minder ingebed in de ambtelijke organisatie en is de rol van deskundigen die buiten de traditionele verantwoordingsstructuur staan, groter geworden.’ Een reden dat burgers afhaken van het politieke proces is wantrouwen in dat politieke proces. Wille en Bovens noemen het een diplomademocratie, waarbij bestuurders geen verbinding meer hebben met de directe leefervaring van mensen die minder hoogopgeleid zijn. ‘Door gebrek aan kennis hebben bestuurders moeite om de verbinding weer te herstellen.’ Op de tweede peiling ‘Afgehaakt Nederland heeft rationele en legitieme redenen om de overheid minder te vertrouwen’ is maar liefst 100% van de kijkers het dan ook eens.
Christensen is het niet helemaal eens dat de vertrouwenscrisis in de politiek te verklaren is door verwetenschappelijking van beleid. Hij ziet eerder de politisering als verklaring, waarbij politici zich laten leiden door partijpolitiek belang in plaats van vakinhoudelijke kennis. Cuperus merkt daarbij op dat de politiek in een samenleving zonder vaste achterbannen heel onzeker is geworden. ‘Dat leidt tot een klein leger aan voorlichters en communicatiespecialisten die zich richten op risicobeheersing ten koste van expertise en inhoud.’ En dat ondermijnt volgens Van den Berg op de lange termijn nog verder het vertrouwen, omdat de focus op beeldvorming niet leidt tot kwalitatief beter beleid. Bovendien is er volgens Wille een politisering van de expertise. ‘Zij zijn vaak opinievormend.’
Dat brengt het gesprek op het tweede blok van de webinar: ‘Wat betekent wetenschappelijk onderbouwd beleid in een kritische samenleving waar soms ongemak zit op de feiten wetende dat het kan verschillen per beleidsterrein?’ Wille stelt dat er verschillende manieren zijn waarop kritisch wordt omgegaan met wetenschappelijk onderbouwd beleid, waarbij feiten zelfs in twijfel worden getrokken. Bovendien gaat het volgens Van den Berg niet alleen over de vraag of mensen feiten accepteren, maar ook over de twijfel bij vaak sociaaleconomisch minder sterke groepen in de samenleving. Zij vragen zich af of hun belang wel beschermd is als een oplossing wordt gekozen die gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek.
‘Zowel in de politiek als bij de experts moet veel meer bescheidenheid en wijsheid zijn. Dat is een handelingsperspectief’
René Cuperus, auteur van Atlas van Afgehaakt Nederland en verbonden aan het Internationaal Instituut Clingendael
Die twijfel over feiten kan volgens Cuperus ook worden verklaard doordat hoogopgeleide consensus niet per se neutraal objectief is. ‘Pas op met het heilig maken van expertkennis. Neem bijvoorbeeld het verschillende gebruik van kennis op de dossiers klimaat en migratie.’ China is voor Cuperus het angstmodel, waarbij alles expertise-gestuurd is zonder enige vorm van democratie en participatie van burgers in het politieke proces. ‘Zowel in de politiek als bij de experts moet veel meer bescheidenheid en wijsheid zijn. Dat is een handelingsperspectief.’ Op zijn stelling ‘Het vertrouwen in onze democratie staat onder druk door technocratie én populisme. Een vitale democratie is alleen haalbaar als er een cultuur ontstaat waarin trial and error en zelfcorrectie mogelijk zijn en geaccepteerd worden’, is 87,5% van de kijkers het eens.
Ondanks alle bezwaren stelt Christensen in zijn stelling dat in een moderne democratie expertise nu eenmaal een grote rol speelt. En daar moeten we mee leren omgaan. Wille kan daarin meegaan onder voorwaarde dat we transparanter worden over de selectie en het gebruik van kennis. Van den Berg is het daarmee eens. ‘We moeten beter kijken naar wie er gediend is met de uitkomst van onderzoek, in plaats van alleen maar te focussen op het gelijk van de wetenschap. Dat is natuurlijk onomstotelijk, maar daarnaast spelen allerlei maatschappelijke vragen die ook beantwoord moeten worden.’ Zo is er volgens Cuperus voor het bedrijven van politiek meer nodig dan alleen expertise. ‘Besluitvorming gaat ook over waarden, belangenbehartiging, over draagvlak. Een heel complexe puzzel.’
Maar wat zijn dan de handelingsperspectieven? Hoe kan het vertrouwen van de burger in het openbaar bestuur worden hersteld? Christensen ziet de oplossing vooral in het relevant en transparant maken van expertise. En publieke voorzieningen moeten volgens Van den Berg voor iedereen even goed binnen bereik zijn. ‘We moeten niet alleen de focus hebben op het gelijk van wetenschappelijke analyse, maar ook kijken naar waarden en kosten voor alle burgers.’ Want, zo sluit de gespreksleider af, ‘democratie is van ons allemaal.’
Verschillende hoogleraren hebben tijdens de eerste vijf webinars uit de serie Bouwen aan vertrouwen hun visie gepresenteerd. Hieronder vind je verschillende papers die de hoogleraren hebben gepubliceerd naar aanleiding van deze webinarserie. Er volgt nog een laatste webinar, waarin de hoogleraren terugkijken op de reeks en een gezamenlijke visie presenteren. Schrijf je in voor de laatste webinar.
Hieronder kun je de laatste webinar terugkijken.
Lees ook de verslagen van de voorgaande vier webinars:
Onderzoeksprogramma AZW gaat de komende vijf jaar door met een nieuwe opzet. Zo richten ze zich minder op het doen… Meer
Onderwijsministers Wiersma (primair en voortgezet onderwijs) en Dijkgraaf (OCW) presenteren in de kamerbrief Lerarenbeleid 2022 hun plannen om het lerarentekort… Meer
De laatste jaren was het CAOP betrokken bij verschillende onderzoeken naar mogelijke blootstelling van personeel aan chroom-6. Dit speelde bij… Meer
Het nieuwe jaar is gestart en dus is het weer tijd voor goede voornemens. Voor veel mensen gaat dat over… Meer
Het Europees Parlement en de EU-lidstaten hebben een akkoord bereikt over de richtlijn ‘loontransparantie’. De richtlijn moet er onder andere… Meer
Sociale veiligheid stond in 2022 hoog op de agenda van bestuurders en moet ook in de komende jaren prioriteit krijgen… Meer
In het OR/Magazine van december 2022 beantwoorden de experts medezeggenschap van het CAOP de volgende vraag: Wat mag er allemaal… Meer
Maar we gaan graag met je in gesprek. Neem contact op en wij koppelen je vrijblijvend aan één van onze experts.