Het lerarenbeleid in Nederland ligt onder een vergrootglas. Er zijn ondanks alle goede bedoelingen te weinig leraren voor de klas in het basisonderwijs, het voorgezet onderwijs en het beroepsonderwijs. Ook de kwaliteit van het onderwijs laat op punten te wensen over. De scholen met de grootste leerachterstanden hebben de grootste problemen in de personeelsvoorziening. Inmiddels heeft menig commissie zich hierover het hoofd gebroken, onlangs nog de Commissie-Asscher en daarvoor het Advies-Van Vroonhoven.
Onderwijs aan het werk: kritisch, analytisch en handvatten voor de toekomst
Het boek Onderwijs aan het werk neemt een empirisch en theoretisch onderbouwd standpunt in over actuele onderwerpen, discussies, of regelmatig terugkerende thema’s in de politiek of het maatschappelijk debat over de arbeidsmarkt van leraren. Het boek bevat zes delen met thema’s die de afgelopen jaren op de agenda van de bijzondere leerstoel stonden:
- De Lerarenagenda
- De positie van leraren en schoolleiders op de onderwijsarbeidsmarkt
- Onderwijsorganisatie en leraarschap
- Bevoegdheden en kwalificaties
- Arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden en werkdruk
- Professionalisering en kennisinfrastructuur
Het boek ontleedt de Lerarenagenda door de prioriteiten onder de loep te nemen die bij de start van de Lerarenagenda zijn opgesteld. Ze zijn niet allemaal uit de verf gekomen, zoals het lerarenregister en de vereenvoudiging van de bevoegdheden. Het bevorderen van zij-instroom en de begeleiding van starters zijn wel verbeterd. De hoogleraren benoemen in het boek drie terugkerende problemen voor een effectieve uitvoering van de Lerarenagenda: ontbreken van eigenaarschap en draagvlak, geen continuïteit en coherentie in het beleid en onvoldoende geleerd van praktijkontwikkelingen in de school en diverse sectoren. Tot slot biedt het boek een analyse van hoe leraren zich continu kunnen verbeteren in hun werk en worden 10 bouwstenen aangereikt om de Lerarenagenda nieuw elan te geven.