Onderzoek naar blootstelling aan Chroom-6: hoe nu verder?
Werkenden bij Defensie, de NS en in Tilburg zijn in het verleden ziek geworden nadat zij zijn blootgesteld aan chroom-6.… Meer
Nieuws
Demissionaire ministers Van Engelshoven (OCW) en Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) kijken in een kamerbrief terug op het afgelopen jaar en informeren de Tweede Kamer over de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt. CAOP-onderzoeker Ruud van der Aa en CAOP-directeur Patrick Banis reageren op de brief.
In de jaarlijkse kamerbrief wordt terugkeken op de ontwikkelingen die er zijn geweest met betrekking tot de onderwijsarbeidsmarkt en het lerarenbeleid. De demissionaire ministers openen de brief positief: ‘We zijn onder de indruk van, en dankbaar voor, de inzet en flexibiliteit van leraren, schoolleiders en ondersteunend personeel om de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs zoveel mogelijk te borgen.’
De kamerbrief gaat dieper in de resultaten van investeringen in het onderwijs en verschillende initiatieven die onder andere het lerarentekort verminderen, de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en de uitstroom aan leraren tegen gaat.
Het kabinet heeft het afgelopen jaar € 1,3 miljard structureel en € 360 miljoen incidenteel geïnvesteerd in het verbeteren van de salarissen in het onderwijs en in de mensen die in het onderwijs werken. Daarmee is – volgens de bewindslieden – p de werkdruk verlaagd, zij-instroom gestimuleerd en de halvering van het collegegeld voor de lerarenopleiding gerealiseerd. Dat heeft het volgende opgeleverd:
CAOP-onderzoeker Ruud van der Aa over de investeringen in het onderwijs: ‘De toegenomen instroom op de pabo was hoopvol wat betreft de lerarentekorten. Jammer dat dat nu niet lijkt door te zetten. Dit laat zien hoe kwetsbaar de arbeidsmarkt voor leraren is. Tegelijkertijd is het positief dat ook via andere kanalen gekwalificeerd personeel de sector instromen, zoals zij-instromers en onderwijsassistenten.’ CAOP-directeur Patrick Banis vult aan: ‘Je ziet dat het belangrijk is om op meer paarden te wedden dan alleen de pabo’s. Het toenemende aanbod van gekwalificeerde onderwijsassistenten biedt de scholen bovendien mogelijkheid om het onderwijs anders te gaan organiseren. Voor de langere termijn, met structurele tekorten in de gehele arbeidsmarkt, is het onvermijdelijk om daar krachtig op in te zetten.’
Om het jaar goed langs de meetlat te kunnen leggen, hebben de demissionaire ministers vier thema’s uitgelicht:
Met een nieuwe meetmethode heeft het kabinet de actuele personeelstekorten in het po in kaart gebracht. Een greep uit de resultaten:
Ruud van der Aa is blij met de nieuwe meetmethode: ‘Eindelijk is er nu actuele informatie over de feitelijke personeelstekorten in het primair onderwijs. Daar heeft het te lang aan ontbroken, waardoor er tussen beleid en praktijk vaak geen onderbouwde discussie over de tekorten kon plaatsvinden, behalve op basis van incidenten die in de media breed werden uitgemeten. Nog belangrijker is het dat naast de openstaande vacatures tevens is gekeken naar de verborgen vacatures, waarvoor de scholen noodgedwongen houtje-touwtje-oplossingen hebben gekozen. De continuïteit van het onderwijs krijgt daarbij voorrang boven de kwaliteit. Op de lange termijn is dat funest, zeker als je weet dat het vooral leerlingen op achterstandsscholen zijn die hiermee te maken krijgen. Dat zien wij ook terug in ons onderzoek dat wij hebben uitgevoerd naar lerarentekorten in Den Haag, waarvan een dezer dagen het eindrapport verschijnt.’
Ook in het vo zijn er veel tekorten. De komende jaren wordt een toenemend tekort aan eerste- en tweedegraadsleraren verwacht. De verwachting is dat over vijf jaar het tekort is opgelopen tot 2.600 fte in het vo. Deze tekorten komen vooral voor bij de zogenoemde tekortvakken.
Het onderzoeksteam van het CAOP heeft ook onderzoek gedaan naar tekortvakken in het vo, geeft Van der Aa aan: ‘Onderzoek van het CAOP naar tekortvakken in het vo laat zien dat de arbeidsmarktdynamiek van de tekortvakken anders is dan in het po. Er is niet een enkele oorzaak aan te wijzen voor (het ontstaan van) de lerarentekorten bij de tekortvakken. Over het algemeen zien we dat er bij de (moderne vreemde) talen met name knelpunten zijn in de toeleiding naar het beroep, en meer specifiek in de fase voorafgaand aan de lerarenopleiding, opleidingsmogelijkheden en lerarenopleiding zelf. Ook bij de bètavakken zien we knelpunten in de toeleiding naar het beroep, maar speelt – meer dan bij de talen – ook de concurrentie met de marktsector een rol.’
Vanuit het mbo is er een positief beeld wat betreft tekorten. Over de gehele linie kan het mbo voorzien in voldoende docenten. De verwachting is dat in 2022 de vraag naar mbo-docenten zijn piek bereikt, waarna de jaren die volgen een constante lagere vraag naar docenten wordt verwacht. Dit komt door pensionering van docenten en een verwachte daling van het aantal studenten de komende 10 jaar. Er worden wel tekorten verwacht voor dezelfde tekortvakken als in het vo geldt en daarnaast ook voor specialistische technische vakken.
Van der Aa plaatst hierbij nog een kanttekening: ‘Vanwege het meer open karakter van de arbeidsmarkt voor het mbo blijft het lastig om de spanning op de arbeidsmarkt nauwkeurig in beeld te brengen. Veel zal afhangen van de economische ontwikkelingen en de animo onder werkenden buiten het onderwijs om in het mbo aan de slag te gaan.’ Banis vult aan: ‘Voor een gezonde evenwichtige personeelsvoorziening is het essentieel dat de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in een breed economisch perspectief worden bezien. Naast het onderwijs heeft vrijwel elke sector met grote personeelstekorten te maken, zowel in de publieke sectoren als daarbuiten. Dat vraagt om een Deltaplan voor de arbeidsmarkt met oog voor adequate personeelsvoorziening op de langere termijn, niet alleen in het onderwijs, maar ook in de zorg, de politie, defensie, de industrie, logistiek, etc. Ook een langetermijnperspectief op de effecten van de coronapandemie zou hierin betrokken kunnen worden.’
In de kamerbrief valt verder te lezen dat in 2020 besloten was om de aanpak van het lerarentekort in de G5 voor het po te intensiveren, waarbij het doel was om de kwaliteit, kansengelijkheid en continuïteit van het onderwijs zoveel mogelijk te borgen. Uit zelfevaluaties van de G5 blijkt dat schoolbesturen steeds vaker samen zij-instromers en onderwijsassistenten werven, opleiden en begeleiden. Daarnaast hebben de steden binnen de G5 solidariteitsafspraken gemaakt om concurrentie tussen scholen te voorkomen, tekorten gelijkmatiger te verdelen en te werken aan kansengelijkheid. De uitwisseling van ervaringen leidt tot verbetering van de aanpak.
‘Door de vele initiatievenen en maatregelen is het lastig om te zeggen welke daarvan effectief zijn’
Ruud van der Aa, onderzoeker bij het CAOP
In het vo zijn er specifieke maatregelen voor de tekortvakken. Zo wordt er bijvoorbeeld geëxperimenteerd met een bezettingsonafhankelijk onderwijsaanbod voor het vak informatica en wordt er gewerkt aan een verbetering van de opleidingsinfrastructuur. Een ander voorbeeld: voor Duits is een informatieloket opgezet voor potentiële zij-instromers en moedertaalsprekers.
De demissionaire ministers zien kansen om de tekorten in het onderwijs deels op te lossen door de deeltijdfactor te vergroten. Met een aantal pilots is daar een eerste aanzet toe gedaan. Zo blijkt dat een deel van het onderwijspersoneel gestimuleerd kan worden om meer te gaan werken. Meer flexibiliteit in werktijden of inhoud van het werk is dan wel een voorwaarde.
Banis geeft aan dat er veel initiatieven zijn om het personeelstekort in het onderwijs aan te pakken: ‘Het structurele karakter van de personeelstekorten laat zien dat ondanks de vele inspanningen die door alle partijen worden geleverd, het om een hardnekkig probleem gaat. Er wordt aan vele knoppen tegelijk gedraaid: van werkdrukmiddelen, salarisverhoging, begeleiding van starters, zij-instroom tot reclamecampagnes voor het werken in het onderwijs. Als CAOP ondersteunen wij regionale initiatieven waarin schoolbesturen samenwerken om de problemen gezamenlijk aan te pakken. Samenwerking in plaats van onderlinge concurrentie biedt in veel opzichten een strategisch voordeel, bijvoorbeeld in de samenwerking met lerarenopleidingen of wervingsacties.’
Van der Aa is kritisch op goed bedoelde initiatieven: ‘Door de vele initiatievenen en maatregelen is het lastig om te zeggen welke daarvan effectief zijn. Je kan hooguit constateren dat er vooruitgang wordt geboekt op verschillende thema’s van het arbeidsmarktbeleid. Het heeft er ook mee te maken dat op voorhand vaak niet goed duidelijk is welke beleidstheorie er onder de genomen maatregelen zit.’
Samen met de sector- en vakorganisaties hebben de demissionaire ministers langs drie lijnen gewerkt aan een duurzame onderwijsarbeidsmarkt:
‘Feit blijft dat de verantwoordelijkheid voor een goede personeelsvoorziening in het onderwijs in eerste instantie bij de schoolbesturen ligt’
Ruud van der Aa, onderzoeker bij het CAOP
Schoolbesturen zijn aan zet, vindt Banis: ‘Feit blijft dat de verantwoordelijkheid voor een goede personeelsvoorziening in het onderwijs in eerste instantie bij de schoolbesturen ligt. Daarvoor is regionale samenwerking juist zo belangrijk. Tegelijkertijd hebben de personeelstekorten in het onderwijs ook te maken met vragen over het bevoegdhedenstelsel en de nog altijd gesloten arbeidsmarkt die daarvan het gevolg is. Dat maakt een duurzame oplossingen van de problemen ingewikkeld.’ Van der Aa vindt dat er het een en ander nog ontbreekt: ‘Vanuit de verschillende verantwoordelijkheden op de arbeidsmarkt is het wenselijk dat er een duidelijke sturingsfilosofie is hoe de tekorten aan te pakken. De stelselverantwoordelijkheid van de ministers en de bestuurlijke autonomie van de scholen staan vaak op gespannen voet met elkaar. Dat maakt het ook lastig om de sturingsmechanismes te ontrafelen en gericht te onderzoeken.’
Een aantal initiatieven rondom lerarenopleidingen zijn onder de loep genomen in de kamerbrief:
Vanuit onderzoeksoogpunt is het lastig als er veel initiatieven tegelijk worden genomen, geeft Van der Aa aan: ‘De meeste initiatieven die zijn ingezet, worden gemonitord. Dat is een goeie zaak. Zo kan na verloop van tijd de balans worden opgemaakt. Hoewel ook dan nog steeds geldt dat er meerdere maatregelen tegelijkertijd zijn genomen, vaak gericht op verschillende doelgroepen. Het is belangrijk de ogen op de bal te houden. Wat levert het uiteindelijk extra op, in de zin van meer gediplomeerde leraren die daadwerkelijk aan de slag gaan in het onderwijs, en daarmee een bijdrage leveren aan het verminderen van het lerarentekort?’
Volgens CAOP-directeur Patrick Banis bestaan er geen makkelijke oplossingen voor het arbeidsmarkttekort. Maar er is wel actie nodig: ‘Ik zou de nieuwe minister oproepen om samen met de sector een deltaplan te ontwikkelen en vooral uit te gaan voeren. Het is echt alle hens aan dek voor de toekomst van onze kinderen.’
Werkenden bij Defensie, de NS en in Tilburg zijn in het verleden ziek geworden nadat zij zijn blootgesteld aan chroom-6.… Meer
Een werkgever moet voor iedereen die er werkt een sociaal veilige en integere werkomgeving bieden. Om als organisatie zo’n werkomgeving… Meer
Ze omspannen hetzelfde decennium: de ‘Lerarenagenda 2013-2023’ en het bestaan van de bijzondere Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt van Tilburg University en CAOP.… Meer
Hannah Postma is de winnaar geworden van de CAOP-scriptieprijs 2022. Op donderdag 9 maart 2023 heeft zij de prijs in… Meer
Hoe richt je de structuur van een organisatie in om duurzaam aandacht te houden voor sociale veiligheid? Welke rol spelen… Meer
Melders zijn kwetsbaar, maar bestaande wetgeving sloot hier onvoldoende bij aan. De Wet Huis voor klokkenluiders is daarom op een… Meer
Bij het aflopen van de 10-jarige leerstoeltermijn Onderwijsarbeidsmarkt brengen de Tilburgse hoogleraren Marc van der Meer en Frank Cörvers een… Meer
Maar we gaan graag met je in gesprek. Neem contact op en wij koppelen je vrijblijvend aan één van onze experts.