Tijdens de webinarreeks wordt aan de hand van de 4A’s (arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsinhoud) over de coronacrisis heen gekeken om te beoordelen hoe groot de impact van de crisis is op onze manier van werken.
Kennis
Hoe groot is de impact van de crisis op arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden?
25 juni 2020CAOP-directeur Patrick Banis en Marc van der Meer, bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt, gingen met elkaar in discussie op 26 mei 2020 tijdens de tweede webinar uit de reeks ‘Hoe werken we na de crisis?’ Onder leiding van gespreksleider Frénk van der Linden werd besproken hoe groot de impact is van de coronacrisis op arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden.
De tweede webinar bestaat uit vier blokken:
- Economische effecten van de coronacrisis
- Marktsector
- De rol van de overheid
- Publieke sector
Geluiden uit de media
Gespreksleider Frénk van der Linden opende het gesprek – net als bij de eerste webinar – met een aantal opvallende citaten uit de media. Marike Stellinga, columnist bij NRC, schreef het stuk ‘Is het sociaal vangnet wel afdoende’ waarin ze onder andere aangeeft dat laagopgeleide werkenden een harde klap te verwerken hebben. Zeker omdat het Centraal Planbureau hiervoor waarschuwde al vóór de huidige crisis.
Martin Sommer, columnist bij de Volkskrant, gebruikt in zijn kritiek op de regering een andere invalshoek. In zijn blog ‘Kamer, pas op uw tellen en vooral op mijn grondrechten’ benoemt hij de impact van de coronamaatregelen op ons privéleven.
Net als bij de eerste webinar krijgen Marc van der Meer en Patrick Banis de gelegenheid om in de vorm van een pitch hun visie te bespreken ten opzichte van de impact van de crisis op de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden.
‘De creatieve inzet van arbeid wordt belemmerd’
Marc van der Meer, bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt
Marc van der Meer opent zijn pitch met de stelling: ‘De huidige protocollering belemmert de creatieve inzet van arbeid’. ‘De gezondheidscrisis is een omvangrijke economische crisis geworden. Er is momenteel alom onzekerheid en terughoudendheid. Er wordt niet geïnvesteerd, dat schaadt de economie en daarmee het arbeidsproces en de arbeidsverhoudingen’, stelt Marc van der Meer. ‘Ook bij de kredietcrisis van tien jaar geleden zagen we dit domino-effect van het ene naar het andere maatschappelijke domein. Nu is er sprake van een herwaardering van de publieke beroepen, die tijdens de bankencrisis nog de prijs van de crisis hebben betaald. Ook zien we een teruggang van flexibele arbeid, van zzp’ers, van uitzendarbeid, waardoor groepen werkenden aan de beademing liggen van de overheid. Met de gesloten grenzen noteren we een enorme teruggang van migrantenarbeid bijvoorbeeld in de metaal en de aspergeteelt. De crisis legt ook de kwetsbaarheid van productieketens bloot. De rol van de overheid blijkt daarin cruciaal: maatregelen nemen, coördineren van de zorg en het samenstellen van noodpakketten.
Het gevolg van het coronabeleid is een sterke protocollering van arbeid. Begrijp me niet verkeerd: we moeten altijd afspraken maken, dat bevordert de arbeidsinzet. Je moet ook documenteren wat je doet, daar leer je van. Maar de huidige protocollering (webinar vond plaats vóór de versoepelde maatregelen van 1 juni, red.) belemmert de creatieve inzet van de arbeid. Er is veel meer ruimte voor maatwerkoplossingen, die niet worden gevonden. Lang niet in alle provincies is sprake van zware coronarisico’s.
We hebben veeleer een ‘open source’ benadering nodig om snel uit de economische crisis te komen die nu om zich heen grijpt. Kijk naar alle verbodsbepalingen, die het maatschappelijke gedrag vergaand conditioneren. Dat reikt te ver: van met wie je op het terras zit tot op het sportveld, en van met wie je in de klas zit, tot achter de voordeur. Dat maakt mensen angstig, terwijl er juist andere oplossingen nodig zijn, bijvoorbeeld zorgen voor stageplaatsen en werkervaring voor jongeren. De kwetsbaarheid in het arbeidsproces is daarmee aangetoond. Waar nu behoefte aan is, is maximale creativiteit, informele gesprekken, ruimte voor tegenspraak om andere oplossingen te vinden, het bieden van hulp en wederzijds begrip en humor op de werkvloer. Op die manier ontstaan innovatieve ideeën en oplossingen.’
‘Als ik minister-president was, zou ik ervoor zorgen dat er geen beperkingen zijn om informatie en creatieve ideeën uit te wisselen. Het is bijzonder zorgelijk dat de vrije communicatie in de (sociale) media sterk wordt belemmerd.’
Marc van der Meer, bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt
Patrick Banis gaat in zijn pitch dieper in op de rol van de publieke sector tijdens en na de crisis. ‘Zoals in elke crisis, wordt de rekening betaald door de publieke sector. We zagen dat ook bij de bankencrisis in de vorm van zware bezuinigingen. We zien in heel Europa mensen op het balkon staan die klappen voor de zorg. We hebben dit nu erkend als vitale beroepen. Van verpleger tot vuilnisman, van politieagent tot vakkenvuller. We kunnen niet zonder hen. Het bijzondere daarvan is dat een aantal van die beroepen voorafgaand aan de coronacrisis, de pollen uit het Malieveld hebben gedemonstreerd voor betere beloningen en verlaging van de werkdruk. Als we dat nu allemaal zo belangrijk vinden en voor ze klappen, blijven we straks dan ook nog voor ze klappen? Krijgen ze na de crisis naast het klappen ook de flappen in hun portemonnee?
‘Krijgt de publieke sector naast het klappen ook de flappen?’
Patrick Banis, Directeur Arbeidsmarkt
Mijn oproep is dan ook dat de publieke sector de handen in één moet slaan om ervoor te zorgen dat ze straks niet wederom de rekening betalen van de crisis. Sociale partners en de overheid moeten echt samenwerken. Daarnaast is sociale innovatie essentieel. Ik stel verder ook voor om een coronataks te introduceren, die geldt voor bedrijven die steun krijgen van de overheid. Dat kan bijvoorbeeld via extra winstbelasting. Daarnaast moeten we samenwerken met andere Europese landen. Mijn oproep is dus: we moeten blijven klappen voor onze helden, maar we moeten er ook voor zorgen dat ze dat gaan voelen in mooi werk én beloning.’
Economische effecten van de coronacrisis
Waar Marc van der Meer en Patrick Banis het al snel over eens zijn, is dat de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden onder druk staan. De economie krimpt, de import stokt en het werkloosheidspercentage zal waarschijnlijk verdubbelen, met name bij jongeren. Dat leidt tot een neerwaartse spiraal. Door meer in te zetten op Duurzaam ontwikkelen zorgen we ervoor dat werknemers bij blijven in hun kennis en van de ene sector naar de andere sector kunnen overstappen.
Marktsector
Marc van der Meer geeft aan dat er altijd winnaars en verliezers zijn in het economisch proces. De online-bedrijven en hightech bedrijven spinnen momenteel garen, de prijs van de huidige crisis wordt vooralsnog betaald in de winkelstraten, het kleinbedrijf, in de cultuur- en recreatiesector, en door de mensen die hun werk zijn verloren. Het is zichtbaar geworden hoe afhankelijk we in Nederland zijn van internationale productienetwerken. Mondkapjes en beademingsapparatuur konden we niet zelf maken, maar moesten uit het buitenland gehaald worden.’
Patrick Banis vindt het wel begrijpelijk dat we zo afhankelijk zijn van de mondiale productieketens. ‘Die internationale samenwerkingsverbanden zijn er natuurlijk ook vanwege kostenreductie. We betalen liever niet te veel. Als je onderdelen van je auto in het buitenland goedkoper kunt kopen, doet iedereen dat. Er moet een soort regulering komen in Europa, zodat bijvoorbeeld Polen en Roemenen niet onderbetaald worden. Dat heeft dan wel invloed op de consument, want dan betalen we meer. Zo eerlijk moeten we dan wel zijn.’
De rol van de overheid
De rol van de overheid is zoals gezegd cruciaal. Marc van de Meer: ‘In vergelijking met de bankencrisis van 2008 is er nu op veel grotere schaal ingegrepen om de risico’s te beheersen. Inmiddels duurt de crisis nu al bijna drie maanden, veel langer dan aanvankelijk is voorzien. We hebben nu ook veel meer gegevens beschikbaar dan bij de uitbraak in maart. Maar we hebben slechts op twee indicatoren gelet, het aantal IC-bedden en het aantal doden (die overigens niet gecorrigeerd zijn voor al aanwezige ziekten). Dat definitierecht berust bij het RIVM. Ik beschouw de volksgezondheid als een meerdimensionaal begrip: het gaat niet alleen om fysieke, maar ook om sociale en mentale aspecten. Dat is conform oude WHO-uitgangspunten. Momenteel (26 mei 2020, red.) bedragen de economische kosten in Nederland al bijna € 100 miljard. In sommige sectoren mag niet gewerkt worden terwijl het wel kan. In algemene zin heerst er angst, ook bij professionals. De sociale en mentale weerbaarheid staat in de verdrukking. Kwetsbare kinderen kunnen niet naar school en kwetsbare ouderen mogen geen bezoek ontvangen. En zo zijn er nog talloze voorbeelden te noemen. Het recht van samenkomst wordt door de coronamaatregelen beperkt. De media dragen alom het regeringsbeleid uit, zelfs de Wet Openbaarheid van Bestuur is uitgeschakeld en er is een voorstel voor een ingrijpende Noodwet Covid-19. Techbedrijven op sociale media zetten algoritmes in die allerlei vormen van preventie en positieve gezondheidszorg uitbannen en iedere vorm van twijfel over het ziektebeeld en correlaties met andere factoren binnen de gekozen benadering censureren. Deskundigen met een ander perspectief komen vaak niet aan het woord. Dat helpt het debat niet verder en is in alle opzichten een suboptimale gang van zaken.’
Patrick Banis onderstreept: ‘De overheid grijpt inderdaad hard in. Nu zie je iets meer ontspanning. Afhankelijk van de fase van de ziekte zijn er andere maatregelen denkbaar. Waar ik het mee eens ben is dat onafhankelijke media en geluiden steeds schaarser worden. Het heeft lang geduurd, maar het debat lijkt inmiddels wel steeds meer op gang te komen.’
Publieke sector
‘Om sociale innovaties te krijgen, moeten we het werk goed organiseren’, vult Patrick Banis aan. ‘Er is vraag naar werk in publieke sectoren. Als we niet uitkijken, hebben we na de crisis veel meer mensen werken in de publieke sectoren. Het imago van die beroepen is flink omhoog geschoten. Maar meer mensen in de publieke sector betekent dat het de overheid ook meer gaat kosten. De overheid moet er dus anders naar kijken. Onderwijs is namelijk geen kostenpost, maar een investering die later rendeert. Maar de publieke sector kan wel zelf, door middel van digitalisering, het werk anders organiseren.’
Marc van der Meer sluit zich daarbij aan: ‘onafhankelijk van de crisis is duidelijk dat we vergrijzen en dat er sprake is van technologische innovaties. Dat vraagt om sociale investeringen en om slimme innovatie van het werk die leidt tot meer werkplezier en hogere productiviteit. We zien nu dat leraren in het onderwijs soms in één week al hun lesmateriaal digitaal beschikbaar hebben gemaakt. De omstandigheden dwingen veel beroepen te digitaliseren. Dat is lang niet eenvoudig, want dat roept nieuwe vragen op, bijvoorbeeld over didactiek en pedagogiek. Het interessante is dat deze vorm van professionalisering het beroep ook aantrekkelijker kan maken.’
Webinar terugkijken?
Wil je de complete discussie tussen Marc van der Meer en Patrick Banis volgen? Kijk dan de webinar terug door op onderstaande knop te klikken.
Kijkersvragen tijdens de webinar
Tijdens de webinar zijn er een aantal kijkersvragen gesteld die niet beantwoorden konden worden door Marc van der Meer en Patrick Banis vanwege het programma van de webinar. Marc van der Meer heeft alle vragen achteraf beantwoord. Lees zijn antwoorden.
Wil je hier meer over weten?

Patrick
Banis
Banis