AZW vaart nieuwe koers: kennisdeling wordt prioriteit
Onderzoeksprogramma AZW gaat de komende vijf jaar door met een nieuwe opzet. Zo richten ze zich minder op het doen… Meer
Kennis
Ethisch leiderschap is niet alleen de verantwoordelijkheid van leidinggevenden, maar ook van de medewerkers. Het gaat om een sociaal proces, met als basis een goede relatie en wisselwerking tussen alle lagen van de organisatie. Dat werd duidelijk tijdens een seminar op 25 februari bij het CAOP. Aan bod kwamen niet alleen voorbeeldgedrag, juist straffen en belonen en goede communicatie, maar ook de schade die onethisch leiderschap kan aanrichten.
Een gemeenteraadslid dat in opspraak komt, een wijkagent die ontslagen wordt, een ambtenaar die botst met de minister. En dat allemaal omdat ze onethisch twitterden, al dan niet in hun vrije tijd. Nieuwe media en de vervagende grens tussen werk en privé zijn nieuwe vraagstukken die de komende jaren nog veel meer integriteitskwesties gaan veroorzaken. Zo voorspelt Zeger van der Wal, hoogleraar op de Ien Dales Leerstoel van het CAOP en Universiteit Leiden, in zijn inleiding van het seminar over ethisch leiderschap.
Van der Wal noemt nog drie vraagstukken: diversiteit op de werkvloer en gedragsnormen; big data: privacy, veiligheid en gelijkheid; horizontaal bestuur en verantwoording. ‘De reflex in overheidsland is om dan meer beleid te gaan ontwikkelen, dikke gedragscodes op te stellen en regels te updaten. Prima, dat moet soms ook gebeuren, maar ethisch leiderschap doet er meer toe.’ Alleen zou het helaas best weleens zo kunnen zijn, vermoedt Van der Wal, dat neutraal leiderschap in termen van ethiek en integriteit in de meeste organisaties vooralsnog de norm is.
Leonie Heres, universitair docent, adviseur en onderzoeker bij Universiteit Utrecht, is gepromoveerd op een proefschrift over ethisch leiderschap. Ze wordt geïntroduceerd als ‘dé academisch expert op dit gebied van Nederland’. Ze citeert grondlegger Linda Treviño, die zegt dat de ethisch leider zowel een moreel persoon als een moreel manager moet zijn. Bij het eerste gaat het om persoonlijke kenmerken en waarden. Kan iemand zich integer gedragen, moreel oordelen, morele beslissingen nemen en de morele component in besluitvorming en gedrag op de werkvloer herkennen. Een niet-integer persoon kan volgens Heres geen ethisch leider zijn. ‘Doet diegene zich wel als zodanig voor maar zonder authenticiteit, dan hebben medewerkers dat zó door. Ethisch leiderschap moet je belichamen.’
Wat de ethisch leider anders maakt dan ‘gewoon’ integer, is het manager-zijn en de relatie met medewerkers. Heres somt op: ‘Het gaat om voorbeeldgedrag en hoe je dat toont. Om bekrachtiging, straffen en belonen, acteren op gebeurtenissen op de werkvloer. Durf je adequaat op te treden tegen integriteitsschendingen, in de juiste proporties, met de juiste toon, de juiste mate van zorgvuldigheid. En het gaat om communicatie: maak je integriteit bespreekbaar, op een effectieve manier die medewerkers helpt om te gaan met dilemma’s. Maar ook: signaleer je dilemma’s vroegtijdig en bespreek je risico’s op een open manier, zodat je samen tot de juiste handelwijze komt. Medewerkers moeten ervaren dat ze jou kunnen vertrouwen, maar ook dat ze zelf vertrouwd en met respect behandeld worden.’
Drie componenten van de moreel manager• Voorbeeldgedrag Perceptie bij medewerkers wordt bepaald door:• Zichtbaarheid van leidinggevend gedrag; |
Als je leiderschap beschouwt als een sociaal en interactief proces, zie je dat het over veel meer gaat dan alleen leidinggeven, legt Heres uit. Niet zozeer wat leidinggevenden doen is belangrijk, maar hoe medewerkers dénken dat deze zich gedragen, wat zij dénken te zien aan gedrag en intenties. ‘Uiteindelijk zijn het de percepties van de medewerkers die een neutrale, negatieve of positieve invloed hebben op hun gedrag. Ook de ontvangers spelen een belangrijke rol in het proces.’
En wat maakt die percepties? Allereerst moet het gedrag van leidinggevenden goed zichtbaar zijn. ‘Het heeft geen zin integer te zijn achter gesloten deuren’, weet Heres. Ook opvallendheid doet ertoe: ‘Vooral negatief gedrag valt op. Met als gevolg dat leidinggevenden het heel vaak goed moeten doen, want zodra ze een fout maken, blijft dat bij de medewerkers hangen. Daardoor is het lastig om ethisch leiderschap op een effectieve manier geloofwaardig en duurzaam voor het voetlicht te brengen.’ Daarnaast is de frequentie van belang: ‘Als leidinggevenden consistent positief voorbeeldgedrag laten zien, open communiceren, transparant zijn, wordt iets afwijkends hen sneller vergeven of gaan medewerkers eerder na wat erachter schuilgaat.’
Andere factoren die medebepalen hoe medewerkers leidinggevend gedrag interpreteren, zijn hun ideaalbeelden, verwachtingen en ervaringen. En de gegeneraliseerde indruk die ze hebben van hooggeplaatsten in het algemeen. Heres: ‘Veel negatieve berichten in de media over de top die graaiers zijn en politieke spelletjes spelen, werken een negatieve perceptie in de hand.’
‘Ethisch leiderschap is pas een panacee als we het opvatten als iets van ons allemaal’, stelt Heres. Ze loopt de verschillende betrokkenen langs:
‘Ik ben ongelooflijk gelukkig met de veroordeling van Weinstein. Maar ik vraag mij af hoe het zit met al die mensen om hem heen die dingen gemerkt moeten hebben’, pitcht Kitty Nooy aan het begin van de paneldiscussie. Ze is zelfstandig adviseur integriteit en ethisch leiderschap en werkte voorheen onder andere als officier van justitie en bestuurder bij het Openbaar Ministerie (OM). Hetzelfde vroeg zij zich af tijdens het onderzoek door de commissie Fokkens bij het OM. Deze commissie deed onderzoek naar de potentiële integriteitsschendingen en naar het onethisch gedrag van twee mensen uit de top van het OM. Degene die dat soort zaken aan het licht brengt, beschouwt Nooy als ethisch leiders, ongeacht hun functie.
Hans Groot, adviseur bij het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers, is naast Heres het derde panellid. Soms kun je met een truc ethisch leiderschap bevorderen, zegt hij. ‘Ik sprak een dijkgraaf die zei: “Ik ben net aangetreden en heb het idee dat er uit elke kast die ik opentrek een lijk rolt. En ik denk dat een hoge functionaris er iets mee te maken heeft, maar kan dat niet hard maken.” Hij zette zich eroverheen en ze gingen samenwerken: wij gaan in deze organisatie een koerswijziging inzetten en zorgen dat hier fatsoenlijk leidinggegeven wordt, dat mensen rekenschap geven over wat ze doen en nalaten. Met andere woorden: hij maakte de omslag van “ik vertrouw hem niet” naar “ik zet hem op het paard”. Dat heeft gewerkt!’
Er is een duidelijke link tussen hiërarchie en de mate van ethisch leiderschap, zegt Leonie Heres. Hoe hoger iemands positie, hoe minder zichtbaar diegene is waardoor de opvallendheid van (vermeend) negatief gedrag toeneemt. Daarbij zijn de leefwereld en ervaringen van mensen aan de top en op de werkvloer zo anders, dat ze elkaar vaak niet begrijpen. Dat maakt het voor medewerkers ook lastig om tegenspraak te durven geven. Heres: ‘In grote organisaties regelen leidinggevenden tegenspraak soms op een expliciete manier. Ze huren eigen mensen in om te rouleren in hun directe kring, alleen maar om eind van de dag te zeggen wat er niet goed ging.’ Nooy geeft als voorbeeld een CEO die maandelijks aan haar medewerkers verantwoording aflegt over haar daden en besluiten. ‘Een prachtige manier om de verbinding te krijgen die je zoekt.’ Ethisch leiderschap is volgens haar ook een kwestie van bewustzijn. Ze raadt leidinggevenden aan om functioneringsgesprekken over zaken die fout zijn gegaan te veranderen in coachingsgesprekken waarin juist de goede kanten van medewerkers hoofdonderwerp zijn.
Hoe onderscheid je ethisch leiderschap van goede bedoelingen, vraagt iemand. Door het neer te zetten als gedrag en een proces dat je kunt operationaliseren, antwoordt Heres. ‘Analyseer als leidinggevende hoe vaak je over integriteit praat, onder welke omstandigheden, met welke woorden, hoe medewerkers reageren en vertaal dat in acties.’ Ook medewerkers kunnen het gesprek initiëren. ‘Ervaar de spanning bij jezelf, bij een situatie, kaart dan bij je leidinggevende aan dat je behoefte hebt hierbij stil te staan. Dan weet die ook: het is niet iets wat ik of de organisatie wil vanuit ons integriteitsbeleid, maar het leeft ook bij de medewerkers. Dat maakt ethisch leiderschap relevanter. Net als de positieve bekrachtiging van medewerkers dat zij herkennen, erkennen en waarderen wat de leidinggevende doet.’
De laatste bijdrage over onethisch leiderschap is van Hans Groot. Hij begint met verkeerd voorbeeldgedrag. ‘Rutte en Aboutaleb hebben gezegd dat zij niks declareren, omdat daar maar gedoe van komt. Fout! Er zijn declaratieregels en als de hoogste baas die niet gebruikt, is dat slecht. Ze zouden moeten zeggen: dat doe ik volgens het boekje.’ Hij vertelt over enkele spraakmakende integriteitsschendingen, waaronder die van Ton Hooijmaijers. Hooijmaijer werd in 2009 strafrechtelijk veroordeeld als gedeputeerde in Noord-Holland wegens witwassen. ‘Als je vandaag de dag bij die provincie integriteitsonderzoek doet, krijg je keer op keer dat verhaal te horen. Die zaak was zo traumatiserend dat je deze niet uit de organisatie krijgt.’
Zo’n zaak kan volgens hem zelfs een heel ambtenarenapparaat typeren. ‘De organisatie haalt opgelucht adem als die bestuurder weg is. Om te voorkomen dat een nieuwe bestuurder hetzelfde geintje uithaalt, worden processen dichtgetimmerd. Dat kan ook doorschieten, wat de organisatie minder productief maakt. Of ambtenaren die worden geconfronteerd met dat soort gebureaucratiseerde omstandigheden denken: ik wil in deze stad of provincie hoe dan ook iets voor elkaar krijgen en zoek de randjes op van wat wel en niet kan. Dan kun je groepsvorming krijgen: de ene bende doet het volgens het boekje, de andere creatiever.’ Daarmee onderstreept hij het belang van ethisch leiderschap nog maar eens.
Onderzoeksprogramma AZW gaat de komende vijf jaar door met een nieuwe opzet. Zo richten ze zich minder op het doen… Meer
Onderwijsministers Wiersma (primair en voortgezet onderwijs) en Dijkgraaf (OCW) presenteren in de kamerbrief Lerarenbeleid 2022 hun plannen om het lerarentekort… Meer
De laatste jaren was het CAOP betrokken bij verschillende onderzoeken naar mogelijke blootstelling van personeel aan chroom-6. Dit speelde bij… Meer
Het nieuwe jaar is gestart en dus is het weer tijd voor goede voornemens. Voor veel mensen gaat dat over… Meer
Het Europees Parlement en de EU-lidstaten hebben een akkoord bereikt over de richtlijn ‘loontransparantie’. De richtlijn moet er onder andere… Meer
Sociale veiligheid stond in 2022 hoog op de agenda van bestuurders en moet ook in de komende jaren prioriteit krijgen… Meer
In het OR/Magazine van december 2022 beantwoorden de experts medezeggenschap van het CAOP de volgende vraag: Wat mag er allemaal… Meer
Maar we gaan graag met je in gesprek. Neem contact op en wij koppelen je vrijblijvend aan één van onze experts.