Onderwijsministers presenteren nieuwe plannen om lerarentekort tegen te gaan
Onderwijsministers Wiersma (primair en voortgezet onderwijs) en Dijkgraaf (OCW) presenteren in de kamerbrief Lerarenbeleid 2022 hun plannen om het lerarentekort… Meer
Kennis
De afgelopen vijf jaar is het aandeel ondersteuners in het primair onderwijs met ruim 50% toegenomen. Wat doen deze ondersteuners en hoe zorgen scholen ervoor dat ze zowel leerkrachten als leerlingen verlichting brengen? CAOP-onderzoekers Sifra van Zijtveld en Ruud van der Aa deden hier onderzoek naar.
Het Nationaal Programma Onderwijs maakt extra gelden vrij om de leerachterstand door corona te herstellen. Veel scholen gebruiken deze middelen om ondersteuners in te zetten, die leraren moeten ontlasten en leerlingen een duwtje in de rug geven. Deze ondersteuners begeleiden (zorg-)leerlingen, verwerken toetsen, bewaken de sociaalemotionele ontwikkeling en bewaken de hygiëne. Ze nemen ook pleinwachten over van de leraar, zodat deze meer kan focussen op lesinhoud. Scholen bepalen zelf hoe zij ondersteuners inzetten.
De afgelopen vijf jaar is het ondersteunend personeel in scholen toegenomen met 50%, blijkt uit data van DUO. Verschillende regionale opleidingscentra en hogescholen stomen onderwijsassistenten en klassenassistenten klaar voor pedagogische en begeleidende taken. Steeds meer studenten kiezen voor de associate degree opleiding tot lerarenondersteuner. Ook het aantal gediplomeerden en studenten van opleidingen tot onderwijsassistent (niveau 4) neemt sterk toe.
‘Niet enkel het lerarentekort veroorzaakt de toename van ondersteuners in het onderwijs. Het onderwijs is de laatste jaren sterk veranderd; er ligt meer focus op samenwerken en ontwikkelen, waardoor gezocht wordt naar nieuwe manieren van lesgeven en organiseren.’
Sifra van Zijtveld, onderzoeker van het CAOP
De ondersteuners worden voor een voornamelijk ingezet om leraren te ontlasten, die kampen met een overvloed aan werk. Zo krijgen zij meer ruimte om hun eigen lespraktijk onder de loep te nemen en te focussen op de ontwikkeling van leerlingen. De ondersteuners signaleren problemen van leerlingen en bespreken deze met de leraar, om daarna gezamenlijk een duidelijk plan te maken voor begeleiding van deze leerlingen. Daarnaast krijgen ze ook administratieve en organisatorische taken toegewezen, houden ze supervisie of nemen ze pleinwachttaken over. Ze begeleiden leerlingen (in het primair onderwijs) in kleine groepjes buiten de klas, en bieden individuele begeleiding aan leerlingen. Het komt ook regelmatig voor dat ze zelf voor de klas staan, wanneer de leraar uitvalt, hoewel dit officieel niet is toegestaan.
De specifieke functies van de ondersteuners zijn in vier types op te delen.
Onderwijsassistenten zijn er voornamelijk voor verzorgende en pedagogische taken, zoals het verwerken van toetsen en het begeleiden van leerlingen in het verwerven van bijvoorbeeld ICT-vaardigheden.
Klassenassistenten worden vooral ingezet in het speciaal basisonderwijs en in de onderbouw van het basisonderwijs. Ook helpen zij bij de begeleiding van leerlingen.
De functie van lerarenondersteuner zit tussen een onderwijsassistent en een leraar in en heeft daarmee een grotere verantwoordelijkheid dan klassenassistenten en onderwijsassistenten. Zo mag een lerarenondersteuner zelfstandig taken uitvoeren, zoals lesgeven en het nakijken van toetsen. De lerarenondersteuner is de enige van de ondersteuners die daadwerkelijk een diploma nodig heeft van een associate degree opleiding.
Een instructeur is er om de leraar te ondersteunen en om studenten te begeleiden bij het praktijkgedeelte van het onderwijs (voornamelijk in het vmbo en het praktijkonderwijs). Ook in het mbo worden veel instructeurs ingezet. De instructeur is expert binnen een bepaald vakgebied in de praktijk en moet zowel vakinhoudelijk als pedagogisch bekwaam zijn.
‘De termen worden in de praktijk door elkaar gebruikt, vaak is er in de school zelf ook onduidelijkheid over.’
Sifra van Zijtveld, onderzoeker van het CAOP
In Nederland is weinig tot geen onderzoek gedaan naar de effecten van het inzetten van ondersteuners in het onderwijs. Uit veel internationale bronnen blijkt dat vooral de taalvaardigheid van leerlingen vooruit gaat door de inzet van ondersteuners. Zo blijkt uit onderzoek in Denemarken dat de leesvaardigheid van leerlingen in groep acht met ruim een kwart onderwijsniveau omhoog ging, nadat ondersteuners voor 14,5 lessen per week gedurende acht maanden werden ingezet.
Natuurlijk zijn er bepaalde vereisten voor het behalen van positieve resultaten. Het is vooral belangrijk dat de ondersteuners sterke pedagogische vaardigheden hebben en kennis hebben van vakinhoud. Daarnaast is de ondersteuning effectiever naarmate deze voor langere wordt ingezet en intensiever is. Als de ondersteuning duidelijk gericht is op een specifieke interventie, zoals bepaalde leer- of gedragsproblemen, en ze sluiten goed aan bij de behoefte van de leerling(en), is er grote kans van slagen.
‘Het is van belang dat het gaat om een intensieve ondersteuning, die gericht is op specifieke interventies, waar de verantwoordelijkheid in het team gedeeld is. Dat vraagt niet alleen om nieuwe vaardigheden van leerkrachten, maar ook van schoolleiders.’
Sifra van Zijtveld, onderzoeker van het CAOP
De ondersteuning vraagt wel extra vaardigheden van leraren: zij moeten ondersteuners aansturen en begeleiden. Daarnaast moeten zij de taken duidelijk verdelen en hierover helder communiceren. Sommige leraren ervaren hierdoor juist extra druk. Maar als de taken helder zijn en intercollegiale communicatie vlot verloopt, ervaren leraren juist minder werkdruk en halen ze meer plezier uit hun werk. Zo kunnen leraren meer aandacht geven aan lesinhoudelijke taken en de ontwikkeling van leerlingen. De inzet van onderwijsassistenten stimuleert hiermee de professionele ontwikkeling van leraren.
‘Onderzoek uit het buitenland is in veel gevallen goed te vergelijken met de situatie in Nederland. Toch zou het interessant zijn om ook in Nederland experimenten uit te voeren die de effectiviteit van ondersteuners in beeld brengen.’
Sifra van Zijtveld, onderzoeker van het CAOP
Wil je meer informatie over het onderzoek? Lees het volledige artikel op Onderwijskennis.nl via de knop hieronder.
Onderwijsministers Wiersma (primair en voortgezet onderwijs) en Dijkgraaf (OCW) presenteren in de kamerbrief Lerarenbeleid 2022 hun plannen om het lerarentekort… Meer
De laatste jaren was het CAOP betrokken bij verschillende onderzoeken naar mogelijke blootstelling van personeel aan chroom-6. Dit speelde bij… Meer
Het nieuwe jaar is gestart en dus is het weer tijd voor goede voornemens. Voor veel mensen gaat dat over… Meer
Het Europees Parlement en de EU-lidstaten hebben een akkoord bereikt over de richtlijn ‘loontransparantie’. De richtlijn moet er onder andere… Meer
Sociale veiligheid stond in 2022 hoog op de agenda van bestuurders en moet ook in de komende jaren prioriteit krijgen… Meer
In het OR/Magazine van december 2022 beantwoorden de experts medezeggenschap van het CAOP de volgende vraag: Wat mag er allemaal… Meer
Zeger van der Wal, hoogleraar aan de Ien Dales leerstoel van het CAOP en de Universiteit Leiden, stelt dat veel… Meer
Maar we gaan graag met je in gesprek. Neem contact op en wij koppelen je vrijblijvend aan één van onze experts.