Marc van der Meer, bijzonder hoogleraar op de Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt van Tilburg University en het CAOP, stelt vast dat de O&O-fondsen oorspronkelijk zijn opgericht voor vereffening van om- en bijscholing in een branche, maar dat ze inmiddels ook andere functies vervullen. Zo wordt er door fondsen in de publieke sector veel aandacht besteedt aan arbeidsmarktverkenning, werkdruk en loopbaanpaden.
Innoveren
De arbeidsmarkt verandert in een hoog tempo. Sommige werknemers redden het niet zelfstandig en hebben enige ondersteuning nodig. ‘Dat vraagt om om- en bijscholing. Niet alleen voor hoger opgeleiden, maar ook voor laaggeschoolden, flexkrachten en onvrijwillig zelfstandige professionals’, zegt Van der Meer. ‘Er is daarom behoefte aan een pakket van voorzieningen over de bredere context van werk, onderwijs en opleiding waarin het perspectief van mensen over de gehele levensloopcyclus wordt meegewogen.’
Om tot een levensloopbestendige aanpak te komen is volgens Van der Meer een vernieuwing nodig in de wisselwerking tussen sociale domein, onderwijs en arbeidsmarkt. ‘Er is landelijke behoefte aan versterkte sociale participatie, een positief leerklimaat en gezonde mobiliteit op de arbeidsmarkt. Daartoe zijn institutionele voorzieningen nodig die de mobiliteit binnen en tussen maatschappelijke domeinen ondersteunen’.
Ervaringen delen
Om die rol te vervullen kunnen O&O-fondsen bijvoorbeeld veel samenwerken. ‘Als O&O-fondsen meer samenwerken, lukt het beter mensen aan het werk te houden’, zegt Van der Meer. Door resultaten onderling te bespreken, wordt duidelijk welke expertise zich bij welk fonds bevindt.