In haar rede, getiteld “Het algemeen belang van dwarsliggers: een publieke verbeelding van leiderschap en innovatie binnen lokale overheden in digitale tijden”, ging Engelbert in op de manier waarop gemeenten digitalisering benaderen en welke implicaties dat heeft voor leiderschap, innovatie en ambtelijk vakmanschap.
Vakethiek in digitale tijden
Ze benadrukte dat het recht op vakethiek van gemeenteambtenaren niet zonder meer beschermd gaat worden door in te zetten op verantwoorde digitalisering. Eerder is er meer ruimte nodig voor kritisch tegenspel binnen gemeentelijke organisaties, zodat ambtenaren en bewoners vanuit publieke visie op het algemeen belang tot beleidskeuzes en werkpraktijken kunnen komen.
“De kunst van het dwarsliggen verdient erkenning als een vorm van innovatie en leiderschap die het publieke belang versterkt,” benadrukte Engelbert. “Kritisch tegenspel is onmisbaar om als gemeente een publieke arbeidsorganisatie in digitale tijden te kunnen zijn.”
Ambtelijk vakmanschap onder druk
Engelbert laat zien hoe digitaliseringsagenda’s in gemeenten vaak een bedrijfsmatige logica volgen, bijvoorbeeld door agile te werken of te sturen op KPI’s. Ook tonen zogenoemde ‘slimme stad’-narratieven hoe de verbeelding van de gemeente als publieke dienstverlener kan worden beperkt. Daardoor komt de ruimte voor ambtelijk vakmanschap en professionele oordeelsvorming onder druk te staan. Ambtenaren worden vooral beoordeeld op procedures en cijfers, terwijl de morele en maatschappelijke dimensie van hun werk naar de achtergrond verschuift.
Ruimte voor tegenspel
Ze pleit daarom voor meer formele ruimte voor kritische reflectie en tegenspel binnen het openbaar bestuur én voor het (h)erkennen van bewoners- en ambtenareninitiatieven die verschil van inzicht en tegenspraak mogelijk maken ten bate van het publieke belang. Want zonder die ruimte voor frictie, dreigt een technocratische bestuurscultuur waarin nauwelijks nog vragen worden gesteld bij de effecten van beleid en digitalisering.
Over de leerstoel
In 2024 is Jiska Engelbert benoemd tot bijzonder hoogleraar op de door Stichting CAOP ingestelde Ien Dales-Leerstoel ‘Overheid als arbeidsorganisatie’ aan de Universiteit Leiden bij de Faculteit Governance and Global Affairs, Instituut Bestuurskunde. Haar leerstoel wordt mede gefinancierd en ondersteund door A&O fonds Gemeenten.
Haar onderzoek richt zich op leiderschap in digitale transities, digitale innovaties en de transformatie van publieke dienstverlening, met bijzondere aandacht voor decentrale overheden en gemeenten. De leerstoel ondersteunt daarmee de ambitie van CAOP en A&O fonds Gemeenten om met kennis uit wetenschap, beleid en praktijk, het openbaar bestuur te versterken en de publieke sector toekomstgericht te houden.
Marjolijn Monnikhof, directeur-bestuurder Stichting CAOP: “Met deze leerstoel investeren we in publieke waarde: onderzoek dat leidinggevenden en ambtenaren helpt om digitalisering te verbinden met vakmanschap, rechtvaardigheid en het algemeen belang.”
Jeroen van Gool, directeur A&O fonds Gemeenten: “Gemeenten staan midden in een snel veranderende digitale samenleving. Met deze leerstoel versterken we de vakmensen in onze sector: leidinggevenden en teams die elke dag het verschil maken. We brengen kennis naar de praktijk, zodat er ruimte ontstaat voor reflectie, goed gesprek en tegenspel. Juist nodig bij digitale innovatie.”