In het verkennend onderzoek ‘Wegwijzers op de rotonde’ gaat het om alle werkenden in de culturele en creatieve sector, zowel degenen die uitvoeringen doen of concerten geven, als de werknemers op kantoor. In het onderzoek is aandacht besteed aan de mobiliteitsinitiatieven van de afgelopen tien jaar in deze sector. Welke hebben er gewerkt, welke niet, en welke initiatieven bestaan nog steeds? Daarnaast gaan de onderzoeksresultaten vooral in op wat voor wensen werkenden in de cultuursector hebben als het aankomt op mobiliteit. Blijven, niet blijven? Wie wil er om welke reden de sector verlaten?
Werkenden willen de cultuursector niet uit
Jurriaan: ‘Eén van de kenmerken van de cultuursector is dat mensen maar mondjesmaat de sector verlaten. Dat geldt vooral voor de mensen op het podium. Zij zijn zo vergroeid met hun vak dat ze niet iets anders willen doen, zelfs als dat voor hun eigen gezondheid beter zou zijn. Bijvoorbeeld als ze fysieke klachten krijgen, of psychisch vastlopen. Zelfs bij zulke ‘rode vlaggen’ komen deze werkenden soms niet in beweging.’ Hij vertelt dat mensen die een bureaubaan hebben vaker wisselen. ‘Marketeers in de culturele sector hebben ook hart voor de sector, maar hun vaardigheden zijn veel breder inzetbaar dan alleen in het specifieke culturele gebied.’
De cultuursector heeft te veel aanbod van werkenden voor de vraag die er is, zegt Jurriaan. ‘Mensen willen graag in de cultuursector blijven en accepteren daarom soms slechte arbeidsvoorwaarden. ‘Als ik het niet doe, staan er nog honderd potentiële musici te wachten op deze baan’, is het credo. Mensen die vastlopen in hun werk vind je overal, maar die mensen hoeven niet per se bij die ene organisatie te werken. Mensen die op het podium werken wel. Hun vak is verweven met hun identiteit. Mensen rouwen echt als ze uit de sector moeten.’
Te groot aanbod aan werkenden
Voor orkesten zelf is het grote aanbod een luxe, maar ook een last. ‘Leuk als er tien mensen op auditie komen voor violist, maar in de realiteit komen er 180 mensen. En die 180 zijn allemaal héél goed’, legt Jurriaan uit. ‘Hoe kies je daaruit? Het zou fijn zijn als mensen aan het eind van hun carrière als muzikant eerder uitstromen, zodat er niet 180 maar bijvoorbeeld 10 musici op auditie komen. Wanneer werkenden doorstromen naar een andere sector vóórdat ze vastlopen, zorgt dat voor een gezondere arbeidsmarkt.’
Voorbeelden uit de sport
Hij heeft ook rondgekeken in de sportsector: nog zo’n sector waar mensen erg gehecht zijn aan hun vak. ‘We hoopten dat we daarvan konden leren, dat er misschien succesvolle initiatieven en voorbeelden waren op het gebied van doorstroom. Mensen in de sport en in de cultuursector hebben eenzelfde discipline voor hun vak. Je kunt mensen prikkelen om na te denken over het elders inzetten van hun skills. Loopbaancoaches lopen daar nu tegenaan: mensen in de cultuursector denken te beperkt over hun vaardigheden. Zoom eens uit, zeggen die dan. Je hebt geleerd om in een organisatie in strak teamverband te werken, samen een mooi product neer te zetten, je kunt onder hoge druk presteren. Leer mensen woorden te geven aan hun competenties. Dat doen ze in de sportsector. Dat kan mensen over de drempel helpen.’ Er bestaan ook topsportvriendelijke bedrijven, zegt Jurriaan. ‘Zij gaan echt op zoek naar topsporters die sporter-af zijn. Die bedrijven bieden de ex-topsporters stages of een ‘zachte landing’ in hun bedrijf. Het zou interessant zijn als organisaties dit ook zouden doen voor kunstenaars of performers.’
Dansers bereiden zich voor op eind carrière
Een mooi voorbeeld van performers die het anders doen: dansers. Zij zijn in de cultuursector de uitzondering. ‘Als dansers afstuderen weten ze al dat ze dat vak maximaal vijftien jaar kunnen uitvoeren. Het is topsport. Eind dertig zijn dansers vaak druk bezig met zich omscholen. Daar is ook een fonds voor. Dansers leggen al die tijd percentages van hun salaris in (en werk-/opdrachtgevers ook) om daar aan het eind van hun carrière een hele studie van te betalen. Zij hebben een ijzeren discipline en stellen zich er van tevoren op in. Dat is een groot verschil.’
Het heeft dus ook te maken met een bepaalde mentaliteit. Mensen in de cultuursector komen in beweging door motivatie, liefde voor het vak en hun persoonlijke dromen. ‘Ik gun iedereen dat iemand elke zes of zeven jaar eens nadenkt over zijn of haar loopbaan, zei een van de loopbaancoaches die ik sprak, dat is heel gezond. Dat haalt het taboe hopelijk een beetje af van het nadenken over ‘iets anders gaan doen’. Ik adviseer daarom in het rapport dat iedereen in de culturele sector kans krijgt om na te denken over persoonlijke en professionele ontwikkeling.’
Goede wegwijzers
Er zijn gelukkig een boel goede initiatieven. ‘De cultuursector is natuurlijk mega versnipperd. Platform ACCT doet een goede poging dat te stroomlijnen. Mensen weten: als ik me daar meld, kunnen ze mij verder helpen. Zo helpen ze werkenden met de Loopbaan APKs, met regelingen en kennis.LOF Podiumkunsten is ook een goede wegwijzer. Loopbaancoaches en -regelingen zijn goede faciliteiten om te bieden. Je daagt werkenden zo uit en prikkelt ze. Duwen helpt niet. Zelfs met veel onzekerheid blijven werkenden in de culturele sector vaak doorgaan met wat het ze het liefste doen.’
Meer informatie
Meer informatie over arbeidsmobiliteit in de culturele sector kun je vinden in het verkennend onderzoeksrapport Wegwijzers op de rotonde. Of download de cultuurbundel, met verdiepende interviews over goed werkgeverschap in de cultuursector.