Waarom de sociale dialoog ertoe doet
De publieke sector staat voor grote uitdagingen. Maatschappelijke druk, personeelskrapte en toenemende complexiteit vragen om wendbaarheid én om aandacht voor de mensen die het werk doen. Onderwijs, zorg, politie – maar ook de minder zichtbare publieke functies – verdienen het om gehoord en gezien te worden. Een sterke sociale dialoog zorgt voor betere besluiten, meer draagvlak en meer vertrouwen. Precies die waarden maken de overheid geloofwaardig van binnenuit.
Samen vooruit
Wat in 1979 al gold, is in 2025 actueler dan ooit: in twijfelgevallen, ga in gesprek. Niet omdat het moet, maar omdat het werkt. Door mee te denken, mee te weten, mee te praten en samen te doen bouwen we aan een overheid die niet alleen besluiten neemt, maar ook luistert.
Dat vraagt niet alleen iets van bestuurders, maar ook van ondernemingsraden zelf. Verkozen OR-leden hebben de kans én de verantwoordelijkheid om te groeien in hun rol: van belangenbehartiger van medewerkers naar volwaardig gesprekspartner over organisatiebelangen.En waar de OR ophoudt – bijvoorbeeld bij primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden – vervullen vakorganisaties een belangrijke rol. Door goed contact te onderhouden versterken OR en vakbonden elkaar en benutten ze samen de kracht van een echte sociale dialoog.
Samen werken aan passend medezeggenschap
Bij het CAOP geloven we dat goed bestuur begint met een goed gesprek: met de politiek, sociale partners en de medezeggenschap. Niet alleen over wat we besluiten, maar ook hoe we dat samen doen. Het SER-advies over het politiek primaat onderstreept wat wij dagelijks zien: de kracht van de sociale dialoog. Die ontstaat pas echt als betrokkenheid leeft bij de mensen die het werk doen.
Bij het CAOP zetten we daarom in op meedenken, meeweten, meepraten en samen doen. Zo bouwen we aan een publieke sector waar naar elkaar wordt geluisterd, de medezeggenschap een volwaardige rol krijgt en medewerkers in een veilige werkomgeving hun vakmanschap kunnen inzetten – ten dienste van de samenleving.